De bescherming van burgerlijke vrijheden
De geschiedenis van het Handvest van de grondrechten van de EU
De geschiedenis van het Handvest van de grondrechten van de EU
Het Handvest van de grondrechten van de EU, dat op 7 december 2000 plechtig werd geproclameerd tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in Nice, is een historische mijlpaal in de bescherming van de rechten van de burgers in Europa. Het Europees Parlement had al lang om een dergelijk document verzocht. De leden van het Parlement vonden het immers belangrijk dat elke burger kennis kan nemen van de fundamentele rechten en vrijheden die hij in de Europese Unie en de lidstaten geniet. Daarnaast waren zij van mening dat eventuele schendingen daarvan moeten kunnen worden aangekaart door middel van een beroepsprocedure. Het Handvest is een referentiedocument dat op originele wijze is opgesteld. Het gaat om een unieke tekst waarin alle burgerlijke, politieke, economische en sociale vrijheden van de Europese burgers en van alle inwoners van de Europese Unie zijn opgenomen.
De in het Handvest opgenomen rechten van de mens zijn onvervreemdbaar en essentieel. Het Handvest heeft tot doel de bescherming van deze rechten te versterken in het licht van de ontwikkelingen in de maatschappij, de sociale vooruitgang en de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. De rechten zijn ingedeeld op basis van zes grondbeginselen: de menselijke waardigheid, de fundamentele vrijheden, de gelijkheid tussen mensen, solidariteit, burgerschap en rechtspleging. Daarnaast heeft het Handvest tot doel de Europese volkeren steeds nauwer met elkaar te verbinden, met het oog op een toekomst die berust op gemeenschappelijke waarden. Door een verwijzing naar het Handvest van de grondrechten in het Verdrag van Lissabon krijgen de grondrechten in 2009 de status van een verdrag. Het Handvest wordt bij de Verdragen gevoegd als bijlage en voortaan door de rechtbanken van de Europese Unie toegepast.