- Tentoonstelling: De bescherming van burgerlijke vrijheden
- De goedkeuring en de juridische reikwijdte van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Het ontwerphandvest is op 26 september 2000 klaar. Op 2 oktober keurt de Conventie de tekst formeel goed en stuurt deze naar de voorzitter van de Europese Raad. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie kan dan worden voorgesteld tijdens de Europese Raad van Biarritz (12-13 oktober), waarna de Europese Raad van Nice het Handvest op 7 december 2000 afkondigt. Een aantal landen wil niet dat de tekst wordt opgenomen in de oprichtingsverdragen.
Andere landen, en ook het Europees Parlement, willen juist bindende rechtskracht geven aan het Handvest. Dat neemt niet weg dat de Europese instellingen het Handvest meteen verheffen tot symbool van een bestuursvorm die de grondrechten eerbiedigt. Maar het Europees Parlement blijft waakzaam. In 2004 wordt de door de Conventie voor de toekomst van Europa opgestelde ontwerpgrondwet voor Europa opgenomen in het Handvest. Dit verdrag wordt echter in 2005 verworpen ten gevolge van de referenda in Frankrijk en Nederland. Pas na de ondertekening van het Verdrag van Lissabon in december 2007 en na de inwerkingtreding van dat verdrag in december 2009 wordt het Handvest eindelijk juridisch bindend. Het Verenigd Koninkrijk, Polen, en nadien ook Tsjechië hebben een vrijstelling gekregen voor de grondrechten die in hun nationale wetgeving niet zijn erkend. Toch is het Handvest vanaf dat moment een centrale pijler in de rechtsorde van de Unie.