Vorm geven aan Europa
De burgers leggen meer gewicht in de schaal: de jaren 1980
De uitbreiding van het Europese project
De uitbreiding van het Europese project
In de jaren 1980 bleven de Europese Gemeenschappen zich verder ontwikkelen: er traden nieuwe landen toe, de kiemen voor de interne markt werden geplant en de buitenlandse betrekkingen werden in de loop van de Koude Oorlog verankerd. Welke problemen waren voor de Europese kiezers van belang?
1984: de Europese burgers staan sterker dankzij een sterker Parlement
In 1984 gingen de burgers van tien lidstaten, waaronder Griekenland, dat in 1981 lid was geworden van de Europese Gemeenschappen, stemmen bij de Europese verkiezingen.
De stemmen van de EU-burgers zouden nu een invloed hebben op de financiën van de Gemeenschap. Het Europees Parlement was intussen namelijk ook bevoegd voor de begroting.
In de aanloop naar de verkiezingen stelden de Parlementsleden een ontwerpgrondwet voor de Europese Unie op, die door de federalistische activist Altiero Spinelli was ontwikkeld om de instellingen van de Europese Gemeenschappen te hervormen en ze dichter bij de burgers te brengen. De lidstaten sloten zich niet aan bij het initiatief, maar het gaf wel blijk van de grote inspanningen die het Parlement deed om de Europese Gemeenschappen democratischer te maken.
1989: op koers naar de Middellandse Zee
In 1989 waren ook Spanje en Portugal lid van de Europese Gemeenschappen en stemden de Spanjaarden en Portugezen dus mee bij de Europese verkiezingen.
De uitbreiding naar Zuid-Europa leidde tot grotere regionale verschillen tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschappen. Er werd een echt cohesiebeleid ingevoerd om hiermee om te gaan. In het beleid van de Europese Gemeenschappen werden strategische investeringen, de meerjarenplanning en structuurfondsen die gericht waren op de armste regio’s geïntegreerd.
De Europese Gemeenschap kreeg steeds vaker te maken met alarmerende niveaus van lucht- en waterverontreiniging, het gat in de ozonlaag en grootschalige milieurampen, zoals de kernramp van Tsjernobyl. Het publieke bewustzijn over milieubedreigingen nam toe en de noodzaak van een milieubeleid op Europees niveau kwam op de agenda te staan. Dit kwam ook tot uiting in de groeiende populariteit van groene partijen in heel Europa.
Tegen de achtergrond van deze uitdagingen ging de Europese integratie door. Zo werd in 1986 de Europese Akte voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt goedgekeurd: de handelsbelemmeringen in de Gemeenschap verdwenen en de normen werden geharmoniseerd. Het Parlement kreeg nu echt inspraak in de wetgeving via procedures die bekendstaan als de samenwerkings- en instemmingsprocedures. Het had daarbij de democratische stem van de burgers nodig om de richting aan te geven.
Het Erasmus-programma was opgericht en zou in de periode tot 2022 aan ongeveer 13 miljoen deelnemers de kans bieden om een academische of beroepsopleiding te volgen.
In 1988 reikte het Europees Parlement voor het eerst de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken uit. Het Parlement zet zich in voor de bescherming van de democratie en de vrijheid van meningsuiting, en kent deze prijs toe aan personen, groepen en organisaties die een buitengewone bijdrage hebben geleverd op het gebied van de mensenrechten. De eerste winnaars van de prijs waren Nelson Mandela en Anatoli Martsjenko (postuum).