- Tentoonstelling: Het leven in beweging
- Levende foto's
Het leven in beweging
De uitvinding van film als medium was het resultaat van een reeks experimenten, voorstellingen en technieken rondom de illusie van beweging. In de loop van de 19e eeuw werden verschillende technologische apparaten gepatenteerd en uitgebracht die gebruikt konden worden voor het bekijken van bewegende beelden, waaronder de Fenakistiscoop, Zoötroop en Praxinoscoop. Pogingen om beweging op film vast te leggen gaan terug tot de eerste experimenten met sequentiële fotografie en chronofotografie. Beroemde voorbeelden zijn studies van Eadweard Muybridge en Étienne-Jules Marey.
Reproductie van een Zoetrope, uitgevonden door William Ensign Lincoln in 1865.
Vijf houten schijven, bedoeld om te bekijken in een fenakistiscoop, uitgevonden door Joseph Plateau en Simon Stampfer in 1832.
GIF IT UP 2022 entry, Asterios Alexandrou (Berlijn, Duitsland); Bronmateriaal: A galloping horse and rider| Eadweard Muybridge | Wellcome Collection
Projectie met (bewegend) beeld was al een gebruikelijke praktijk in 17e- en 18e-eeuwse toverlantaarnvoorstellingen, fantasmagoriën en (bewegende) panorama's. Experimenten die fotografie combineerden met projectiekunst leidden tot de opkomst van het bewegend beeld. De Kinetoscoop, Mutoscoop en de Cinematograaf waren bekende 19e-eeuwse apparaten waarmee men naar bewegende beelden kon kijken.
De geboorte van de bioscoop
De Cinematograaf was een handgedreven 35mm-filmprojectieapparaat dat fungeerde als camera, projector én ontwikkelaar. Het werd in 1895 uitgevonden door de gebroeders Auguste en Louis Lumière. In tegenstelling tot de kinetoscoop, waarmee films individueel konden worden bekeken via een kijker aan de bovenkant van het apparaat, werd de Cinematograaf gebruikt om films mee te projecteren voor een groot publiek.
De Lumière Cinematograaf, 1895.
De eerste publieke filmvertoning was op 22 maart 1895 in Lyon, gevolgd door de eerste commerciële show in de Salon Indien du Grand Café in Parijs op 28 december 1895. Het programma in Parijs bestond uit een compilatie van tien korte films gemaakt door de Lumières, waaronder de films Workers Leaving the Lumière Factory ('La Sortie de l'Usine Lumière à Lyon') en The Gardener('Le Jardinier').
Poster van de Cinematograaf, die de beroemde komedie L'Arroseur Arrosé uit 1895 toont.
De vertoning met de Lumière Cinematograaf wordt vaak beschouwd als de 'geboorte van de bioscoop'. Er werden echter al eerder films opgenomen en vertoond. Zo gebruikte de Amerikaanse uitvinder Thomas Edison in 1893 de Kinetoscoop om bewegende foto's aan het publiek te tonen, terwijl de Franse filmpionier Louis Le Prince in 1888 een film maakte op een papieren filmstrook.
In oktober 1888 nam de Franse uitvinder Louis Le Prince The Roundhay Garden Scene op, vaak beschouwd als de eerste film ooit gemaakt. Bron: Internet Archive
Eerste homemovie
Onderdeel van Lumière's filmprogramma in Parijs was de korte film Baby's Breakfast ('Le Repas de Bébé'), waarin Auguste Lumière, zijn vrouw en hun dochtertje Andrée Lumière als gezin samen ontbijten.
Hoewel de term 'homemovie' toen nog niet werd gebruikt, wordt deze korte film vaak beschouwd als de 'eerste homemovie' ooit gemaakt en vertoond. Naast de persoonlijke relatie tussen de filmmaker en zijn onderwerp, zijn de huiselijke setting en sfeer van de film belangrijke kenmerken geworden van homemovies.
Lumière's film Le Repas de Bébé uit 1895.
Amateurfilmen in de vroege periode
Met de opkomst van amateurcinematografie, ontwikkelden verschillende fabrikanten filmapparatuur die specifiek was ontworpen voor amateur- en thuisgebruik. Om kosten te besparen en kleinere, handzame apparatuur te maken, gebruikten de eerste amateurfilmcamera's en -projectoren vaak een versmalde filmbreedte.
De Birtac werkte bijvoorbeeld met een dubbelzijdig geperforeerde 17,5mm film - half zo groot als Lumière's 35mm-filmbreedte. De Birtac werd uitgevonden door de Britse filmpionier en fotograaf Birt Acres (1854-1918) in 1898, slechts enkele jaren na de komst van de Lumière Cinematograaf. Net als de Cinematograaf, was de Birtac gemaakt van hout en kon deze met de hand worden bediend. Andere 'kino'-apparaten die speciaal werden ontworpen voor amateur- en thuisgebruik, zijn de Motorgraph (1897), Biokam (1899), La Petite (1900) en de Ernemann Kino (1902).
De Birtac 17,5mm filmcamera getransformeerd in een filmprojector. Bron: Internet Archive
Een 35mm Ernemann camera, model A, uit ca. 1908
De Nederlandse documentairemaker Joris Ivens (1898-1989) gebruikte voor het opnemen van zijn eerste film, De Wigwam, hoogstwaarschijnlijk een 35mm Ernemann Kino camera. De Ernemann-camera stond destijds tentoongesteld in de lokale fotozaak van Joris Ivens' vader Kees (C.A.P.) Ivens (1871-1941). De 10 minuten en 32 seconden durende familiefilm is door de dertienjarige Joris Ivens opgenomen in de zomer van 1912 nabij Nijmegen, de geboortestad van Ivens. Alle leden van de familie spelen een rol in de film: Joris' grootvader, vader, moeder, broers en zussen, én Joris zelf. In de openingsscène van de film poseren de gezinsleden voor de camera om zichzelf aan het publiek voor te stellen.
Joris Ivens' familiefilm De Wigwam uit 1912.
Met behulp van in-camera montage verschijnen de gezinsleden één voor één op het scherm. Als de groep compleet is, maakt de familie gezamenlijk een buiging voor het publiek, waarna elk gezinslid in omgekeerde volgorde van verschijnen uit beeld loopt. Het speelse optreden doet denken aan een gefotografeerd familieportret, waarbij alle gezinsleden recht in de camera kijken. Tegelijkertijd illustreert de scène de fascinatie voor een nieuwe opkomende culturele praktijk: het vastleggen van het gezin in zogenaamde 'levende beelden'.