- Tentoonstelling: Duitsland herenigd
- Het Europees Parlement en de uitdagingen van de Duitse eenwording
Voor de leden van het Europees Parlement is het vooruitzicht van de hereniging van Duitsland een historische kans om eens en voor al een einde te maken aan de verdeeldheid van Europa en er het politieke evenwicht te versterken. Daarnaast biedt de Duitse eenwording de mogelijkheid om het ontspannings- en vredesproces te bevorderen, de samenwerking tussen Europese volkeren te stimuleren en de democratie en het pluralisme in heel Europa te consolideren. Terwijl de Europese Raad maand na maand een gezamenlijk standpunt van de Twaalf probeert te bereiken over de “Duitse kwestie”, dringt het Parlement er meermaals op aan dat de hereniging van Duitsland gepaard moet gaan met de versterking van de Europese Gemeenschap en de ontwikkeling naar een politieke unie die alle aspecten omvat van het buitenlands beleid en veiligheid. Het is ook in aanwezigheid van de leden van het Parlement dat Jacques Delors, de voorzitter van de Europese Commissie, in januari 1990 verklaart dat de DDR haar plaats heeft in de Europese Gemeenschap als zij daarom vraagt.
Op 15 februari 1990 zet het Europees Parlement een tijdelijke commissie op die de impact van het Duitse eenwordingsproces op de Europese Gemeenschap moet onderzoeken. Alan John Donnelly, Brits lid van het Parlement, wordt aangesteld als rapporteur. Hij legt snel de prioriteiten en verdere maatregelen vast. In nauw overleg met de geallieerden onderhandelen de twee Duitse staten onmiddellijk over de politieke, economische en financiële details van de hereniging. De datum van de Duitse eenwording wordt uiteindelijk vastgelegd op 3 oktober 1990. De tijdelijke commissie voor de Duitse hereniging vormt gedurende negen maanden de spil van de parlementaire activiteiten op dit gebied.
De twintig leden van de commissie, waaronder drie voormalige ministers van Buitenlandse Zaken, leggen zich eerst en vooral toe op het proces van de Duitse eenwording en de mogelijke gevolgen daarvan voor de werking van de Gemeenschapsinstellingen. De ad-hoccommissie voor de Duitse hereniging vraagt zich in het bijzonder af of de Europese verdragen moeten worden herzien. Ook bespreekt zij de financiële en begrotingsuitdagingen van de integratie van de DDR in de Bondsrepubliek Duitsland voor de Europese Gemeenschap. Tot slot vestigt de tijdelijke commissie bijzondere aandacht op de handelsverplichtingen van de DDR en de gevolgen van de Duitse eenwording voor militaire allianties. In het kader van haar werkzaamheden wint de tijdelijke commissie advies in bij de permanente commissies van het Parlement om de impact van de Duitse eenwording op de beleidsterreinen en het gemeenschappelijk beleid van de Europese Gemeenschap beter te kunnen inschatten.
Nog zonder te wachten op de uitkomst van de werkzaamheden van de tijdelijke commissie nemen de leden van het Parlement een nieuwe reeks belangrijke resoluties aan, met name in april, juli en oktober 1990, over de reactie van de Gemeenschap op de hereniging van Duitsland en over de gevolgen daarvan voor het communautaire proces. In deze resoluties is het Parlement van mening dat het herenigde Duitsland de Gemeenschap op politiek en economisch gebied moet helpen versterken, een impuls moet geven aan de economische, sociale en ecologische ontwikkeling van de voormalige DDR en de Gemeenschap, maar ook een nuttige brug moet vormen tussen de Gemeenschap en de landen in Midden- en Oost-Europa.